ZUID-KOREA 2009

week 3

week 4

Hyeondong

De eerste dag van de koninginnenrit verloopt goed, maar liefst 7 lange klimmen zitten erin en de stormachtige wind hebben we pal tegen, even bijkomen is er niet bij. Zelfs de afdaling aan het eind wordt ons ontnomen, we moeten vol in de remmen om niet weggeblazen te worden. Onderweg bezoeken we de Buryeongsa tempel.

Taebaek

De klim van 7 kilometer hebben we in anderhalf uur achter de rug. De weergoden zijn ons vandaag beter gezind, de storm van gisteren is gaan liggen. Op de top vinden we een oude klok en we zetten de wijzer op de juiste tijd van de rit en we laten een briefje in plastic achter voor Bas en Marry en plaatsen de klok tussen de stenen. Bas en Marry, blijkt later hebben het briefje gevonden. Met de afdaling raast een kolkende rivier, die de regen van de afgelopen nacht afvoert, aan de rechterkant met ons mee naar beneden, het is een mooie afdaling. De bermen tonen hun prachtige bloemen, Helenium, wilde lila Astilbe, wilde Hydrangea, hoge witte Euphatorium, roze Ipomoea en kamperfoelie. In Taebaek stuiten we op een Paris Baguette, de banketwinkel van Korea en dat maakt de dag compleet. Onderweg krijgen we dagelijks fotosessies, Koreanen willen steeds met ons op de foto en we moeten dus regelmatig poseren, Koreanen zijn evenals Japanners dol op fotograferen van elkaar en blijkbaar ook van fotograferen met ons erbij.

Taebaek is een moderne stad midden in de bergen, de winkels vertonen de laatste mode, zeker op het gebied van sportkleding, er zijn weer jonge mensen te zien. In de dorpen in de bergen zie je alleen ouderen, de jongeren zijn allemaal naar de stad vertrokken.

Jeongseon

Een prima fietsdag door de bergen, veel klimmen en veel dalen. Bij een Chinees restaurant eten we Rajogi, kip in deegballen met oesterzwammen met natuurlijk weer de bekende bakjes. Het restaurant wordt geleid door een jonge Chinese jongen en een jong Chinees meisje, ze zijn vanuit China hier neergestreken, ze zijn super vriendelijk en na het eten krijgen we een mooi beschilderde fles Chinese whisky cadeau.

Er reageren momenteel ook Koreanen op onze website in half Engels en half Koreaans, we kregen vandaag een foto toegestuurd die een Koreaan van ons gemaakt heeft.

Jinbu

Een droomdag is het deze dag, een dag met handzame klimmen waarbij de rivieren altijd naast ons ruisen, diverse watervallen komen van heel hoog naar beneden, de zon schijnt en er is een zachte wind die de hitte dragelijk maakt. Na deze tocht maken we nog een extra tocht naar de Woljeongsa tempel, de monniken zingen er hun mantra's, het blijft voor ons een vreemd verschijnsel, het aanbidden van een Buddha. In onze ogen een sprookje voor volwassenen en toch genieten we volop van de mantra's en de gezangen, het transachtige raakt een mens, het is magisch. Het geloof heeft naast veel ellende ook veel schoonheid gebracht, want het Buddisme is voor ons geen levenswijze maar een geloof, dat hebben wij in ieder geval in al onze Azië beleving zo ervaren. Het voordeel van het Bhuddisme is dat het geen zendelingengodsdienst is, we zien het Bhuddisme hier in Korea zelfs in combinatie met het christendom.

Op velerlei verzoek blijf ik het maar noemen, het menu van de dag O-sam-bulgo-gi: dunne reepjes gemarineerd vlees en altijd wordt het gegeten in blaadjes sla of in ander blad gevouwen, met de plukjes uit de kleine bakjes er tussen en daarin smeer je nog een hete rode pasta uit een ander bakje. Deze keer zijn het reepjes gemarineerd en gebakken varkensvlees en inktvis, we drinken er Soju (Koreaanse whisky) bij, morgen worden de klimmen wat milder. Je eet er per persoon zeker drie hele tenen knoflook in dunne schijfjes bij, deze schijfjes vouw je mee in het blad en alles prop je in één keer in je mond. Probeer deze prop niet door te bijten, want dan zit je zelf en de tafel helemaal onder de smurrie die uit het blad druipt, gewoon proppen, dat doen de Koreanen ook. En de hete pepersausen en pasta's wennen snel, na een week weet je niet beter meer, van kijken naar etende Koreanen leer je veel. De Koreanen knagen regelmatig tussendoor nog een rauwe groene peper met zaad mee naar binnen, maar dat gaat ons te ver, dan slaan de vlammen uit ons hele lijf, we zweten al als we daar naar kijken.

We klimmen nog een ochtend in de dichte mist en dan mogen we na vijf dagen klimmen beginnen aan een afdaling van 14 kilometer, veertien kilometer zweven we naar beneden, iedereen zou dit moeten ervaren, maar je moet er wel eerst dagen voor klimmen. Na 40 kilometer zijn we terug bij de kust.

Een heel andere kust dan die van vorige week, moderner, rijker, maar ook met veel militairen. We merken dat we Noord Korea naderen, overal kazernes, militaire vliegvelden en overvliegende helikopters. We fietsen vandaag weer een dubbele route om nog wat tijd te winnen en we stoppen in Socho, een bijzondere authentieke vissersplaats met zeer veel kleine familierestaurants die drijven op het water. We eten vreemder dan ooit, we eten rauwe vis, we eten vijf soorten rauwe vis, ook rauwe inktvis, het is even wennen en dus kijken we veel om ons heen hoe dat gaat. Maar iedereen eet hier rauwe vis, zelfs de jongste kinderen. We krijgen een grote schaal rauwe vis, de eerste helft eten we rauw, maar voor de tweede helft vragen we soep erbij die aan tafel wordt gekookt en daar kiepen we de rest van de rauwe vis in, een hele schaal rauwe vis gaat ons te ver, het is erg heftig hoor, rauwe vis eten! Ons hotel ligt boven een visrestaurant in de haven, we kijken vanuit ons bed over de vissersboten en de felgekleurde kade, het is een plaatje. De wekker voor morgenochtend staat op 4.30 uur, we willen de vissersbootjes zien uitvaren.

Het kijken naar het uitvaren van de vissersbootjes lukt niet helemaal, we worden rond 4.00 uur wakker van de bootjes, maar de meeste vissers zijn dan al weg en vroeg in de ochtend zijn ze weer terug met kratten vol verse vis. Nog nooit hebben we op een vismarkt zoveel soorten vissen en andere zeedieren gezien, ze zijn hier te koop met allerlei slurven, tentakels, bobbels en mooie gekleurde vissen die we alleen kennen vanuit een zeeaquarium in Burgers Zoo en alles wordt hier gewoon gegeten.

De dag in het Seorak National Park is gehuld in nevel, Korea is echt het land van de mistflarden, het blijft mooi nevel en bergen. Prachtig vinden we de Chinese schilderkunst die veel in de tempels wordt gebruikt, voordat we zelf die mistflarden ooit hadden gezien snapten we deze schilderkunst niet, nu wel, het ziet er fragiel uit. De verwaaide bomen hebben een bonsai-achtig uiterlijk en passen goed in dat decor. De Bhudda is groots, een zwarte stalen Bhudda omringd door zwarte kaarsen.

Ook vandaag kunnen we niet aan vis eten ontsnappen, ze serveren hier alleen maar vis bij Daepo Port, want zo heet de haven hier eigenlijk. Dit is het meest toeristische gebied van Korea, de Koreanen krijgen vanaf volgende week vakantie en dan wordt het hier enorm druk, wij zijn hier dan alweer gevlogen, we trekken morgen voor vijf dagen de bergen in voor de laatste trip naar Seoul.